Category Archives: Evangelie & Torah

Een Bijbeltekst dat rond gaat over “uitroeien”

Op facebook kwam ik het bovenstaande tegen als kritiek op de Bijbel, in eerste instantie dacht ik, dat staat niet in de Bijbel, aangezien de bron bij de versie van deze tekst mij niet duidelijk was uit de citaat, de bovenstaande spreekt voor zich, het staat in de Bijbel.

Na enige research dat ik hieronder zal uittypen, werd mij duidelijk dat het een geestelijke uitroeiing is waartoe Allah Mozes bevolen had. Dit wil zeggen via een vorm van smeekbeden, aeromidi en innerlijke motivatie-strijd.

Op deze manier is het uitroeien zoals Allah het noemt in de Koran, wa maa ramaytum idz ramaytum, walakinna Allaha rammaa, vertaling: “en jullie hebben niet gegooid (geschoten) wanneer jullie gooien (werpen), maar Allah heeft het gegooid.”

In Exodus staat:

Ex. 17:14 – Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat IK de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder de hemel.

Dit stuk is een exegese op de geciteerde afbeelding. Het is dus duidelijk dat er hier geen ijzeren wapens aan te pas is gekomen, maar veeleer geestelijke wapens.

Rente/Riba rechten in De Torah (Eerste Testament) is niet van toepassing in en bij aanwezigheid van het land Israel, wel daarbuiten…

23:19 Gij zult van uw broeder geen rente nemen, noch van geld, noch van levensmiddelen, noch van iets anders waarvan men rente maakt;
23:20 van den buitenlander moogt gij rente nemen, maar niet van uw broeder; opdat Jahwe, uw god, u zegene in al uw bedrijf, in het land dat gij in bezit gaat nemen.

Bron: Het oude testament opnieuw uit den grondtekst overgezet en van inleidingen en aanteekeningen voorzien door dr. A. Kuenen, dr. I. Hooykaas, dr. W. H. Kosters en dr. H. Oort. (E. J. Brill, Leiden, 1899)

Editor: Deze profetie, van “het land dat gij in bezit gaat nemen” is in vervulling gegaan met de oprichting van het Joodse land Israel, en een land kent gelijke rechten bij gelijke gevallen, ja.

Bijbel: Jezus Christus is niet gestorven aan een vervloekte kruis

God/Allah swt Zei:

aGalaten 3:13 Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk (Editor: magiër van zwarte magie), die aan het hout hangt (Editor: kruis/galg).

bDeuteronomium 21:23 Zo zal zijn dood lichaam aan het hout niet overnachten; maar gij zult het zekerlijk ten zelfde dage begraven; want een opgehangene (Editor: aan het kruis/galg) is Gode een vloek. Alzo zult gij uw land niet verontreinigen, dat u de Heere, uw God, ten erve geeft.

(Bijbel – Psalmen, Statenvertaling, Cetechismus 15:39, a, b, “39. Heeft dat iets meer in, dat Hij gekruisigd is geweest, dan of Hij met een anderen dood gestorven ware?”)

39. Heeft dat iets meer in, dat Hij gekruisigd is geweest, dan of Hij met een anderen dood gestorven ware?

Ja het; want daardoor ben ik zeker, dat Hij de vervloeking die op mij lag, op Zich geladen heefta; dewijl de dood des kruises van God vervloekt wasb.

(Bron: ibid.)

Al-riyaa-e (uiterlijk vertoon) in de Bijbel

Het volgende geeft weer wat overgetypt is vanuit het boekje; Deel 2, De basiselementen van het Christelijke Leven, blz. 22-25 en 27.

“Terwijl de zaaier zaaide, viel er een deel van het zaad langs de weg, een deel viel op rotsachtige bodem, een deel viel tussen de distels en een deel viel in goede aarde. Dit geeft ons te kennen, dat er vier verschillende manieren  zijn waarop de mens het woord kan ontvangen.”

“…rotsen… …zodra de zon begint te schijnen, verschroeit het omdat het geen wortel heeft.” (blz. 22)

“Maar laat, als gij aalmoezen geeft, uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene zij; … wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bidt tot uw Vader in het verborgene.” (Mt. 6:3-4, 6) (blz. 23)

“Zij leven voor het aangezicht van de mens; er is niets in hen wat verborgen is. Zij hebben geen enkele wortel.” (blz. 24-25)

Slechts een keer zei de Heer tegen iemand: ‘Ga naar uw huis tot de uwen en bericht hun al wat de Here in zijn ontferming u gedaan heeft.'” (5:19) (blz. 27)

“Zelfs als we moeten getuigen, moeten we als Paulus zijn, die uit noodzaak roemde ‘hoewel het tot niets diende’ (2 Kor. 12:1) Satans aanval komt vaak op het moment dat de mens is blootgesteld. Iedere vorm van blootstelling stelt ons open voor het lijden van verlies. Velen werden van hun ziekte genezen en getuigden vervolgens van de heerlijkheid Gods. Maar veel van dergelijke getuigenissen zijn niet voor Gods heerlijkheid, maar voor de heerlijkheid van ons eigen geloof.” (blz. 27)

Zie ook: Mijn bayaan (verduidelijking) over het bestuderen van de Bijbel